Een significante verbetering van de opvoedvaardigheden van ouders én minder stress en conflict bij het opvoeden. Dit zijn de twee belangrijkste winstpunten van het opvoedingsondersteuningsprogramma Triple P (Positive Parenting Program), zo blijkt uit onderzoeksresultaten die Inholland-onderzoekers Leefwerelden van Jeugd en consortiumpartner Verwey-Jonker Instituut donderdag 8 maart jongstleden presenteerden. Hiermee is een vierjarig (RAAK-Pro)-project afgerond waaraan ook professionals uit het werkveld, docenten en studenten Pedagogiek en Social Work meededen.
De resultaten werden gepresenteerd tijdens het kennisatelier 'Werken met Triple P Tieners, over opvoedingsondersteuning aan ouders van tieners'. Belangrijkste te beantwoorden vraag: is dit programma, dat internationaal bekend is onder de naam Positive Parenting Program, daadwerkelijk effectief?
De tienervariant was nog niet eerder zo grootschalig en grondig onderzocht. Leidt deelname tot verbetering van de opvoedcompetentie van ouders en afname van ‘lastig’ pubergedrag? Een andere belangrijke vraag in het onderzoek was of het programma geschikt is voor ouders van diverse sociale en etnische achtergronden die in de regio Amsterdam wonen.
Triple P werkt
Tijdens de cursus Positief Opvoeden hebben Amsterdamse ouders leren werken met de Triple P-methode. Bijvoorbeeld hoe zij via huiswerkopdrachten en rollenspellen leren om goed gedrag te stimuleren. Of hoe zij het beste kunnen omgaan met ongewenst gedrag van hun tiener(s). Uit het onderzoek blijkt dat de opvoedvaardigheden van ouders door deze cursus significant verbeteren. En ook dat ouders minder stress en conflict ervaren bij het opvoeden.
Terecht trots
“Het is een resultaat om trots op te zijn”, zegt Petra Helderman, beleidsadviseur van de gemeente Amsterdam. Wat het volgens haar extra bijzonder maakt, is dat het onderzoek een product is van een heel grote samenwerking tussen veel verschillende partijen.
Niet altijd een significant effect
Niet alle onderzochte aspecten van Triple P blijken een significant effect te maken. Zo levert de cursus weinig gedragsverandering op bij de tieners. Iemand in de zaal vraagt wat de oorzaak hiervan kan zijn. Majone Steketee (directeur Verwey-Jonker Instituut): “Het zijn de ouders die de cursus volgen, dus in eerste instantie gaan zij actief aan de slag. Zij oefenen met gedragsverandering en zijn hierop gefocust. Dan ervaar je de veranderingen zelf ook eerder.”
Geen gedragsverandering bij tieners
Toch is het volgens Steketee te verwachten dat ook de tieners uiteindelijk veranderen van gedrag. “Alleen daar gaat meer tijd overheen. De bewustwording en gedragsverandering van tieners vindt waarschijnlijk op een later moment plaats. Maar dit hebben wij niet onderzocht.”
Hoe streng zijn we eigenlijk?
Als interactief element in de presentatie bespreekt de zaal een stelling: “Het is een illusie om het programma van de Triple P-cursus precies uit te voeren zoals de bedoeling is.” De zaal barst los over tijdgebrek, maatwerk en strategie. Uiteindelijk is iedereen het eigenlijk wel met elkaar eens: “Het is belangrijk om vast te houden aan de regels. Maar weet welke kernelementen van Triple P essentieel zijn. Dan kun je als professional gerust af en toe kiezen voor een extra sessie of een andere werkvorm.”
Tot slot neemt Petra Helderman namens de gemeente Amsterdam de ‘Handreiking Triple P tieners’ in ontvangst. Een link naar dit digitale document (vol artikelen en video’s) wordt op korte termijn toegevoegd aan dit bericht. Helderman eindigt met een groot compliment aan de zaal: “Jullie zorgen ervoor dat kleine problemen klein blijven. Bedankt!”
(Bron: Inholland)